top of page
Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1

De eerste klap

“Op een gegeven moment gilde ze 'Gerard!'. Ik keek achterom, en toen zag ik haar liggen”, vertelt mijn vader Gerard. Hij loopt naar haar toe en wil haar omhoog helpen, maar mijn moeder geeft aan dat hij dat maar beter niet kon doen. "Toen ze zei dat ze niet meer op kon staan, ga je wel nadenken. Hoe kan dat nou? Misschien is het een schrikreactie van het lichaam, dus ik ga niet uit van het ergste. We hebben daarom maar even gewacht, in de hoop dat het gevoel vanzelf terugkomt. Maar dat kwam het niet. Dus toen heb ik de ambulance gebeld.”

"Ik raakte totaal niet in paniek. Gerard ook niet. We wisten gewoon niet wat er was gebeurd en wat er met me aan de hand was. Omdat we zo weinig wisten, denk je ook niet gelijk aan het ergste", aldus mijn moeder. "Ik was voor mijn gevoel heel rustig. Ik denk dat ik van origine niet iemand ben die in paniek raakt en vooral niet als het om mezelf gaat. Wat me overkomt, dat overkomt me. Ik maakte me meer zorgen om mijn gezin."

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

“Ik heb op dat moment ook niet over Gerard ingezeten”, vertelt mijn moeder. “Nee, ik heb het gewoon over mij heen laten gaan. Misschien toch door niet echt te beseffen wat er gebeurd is. Maar geen blinde paniek, ik snapte er gewoon helemaal niks van.” Met deze gedachtes wordt mijn toen 45-jarige moeder in de ambulance zonder sirenes naar het ziekenhuis gereden. Ze is immers niet in levensgevaar.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

 

 

Regelen

Ondertussen zet mijn vader op een rijtje wat hij moest regelen. “Ik vond het vooral moeilijk om tegen de kinderen te zeggen dat hun moeder naar het ziekenhuis was. Hoe hard komt dat wel niet over? Bij mij komt dat hard over en ik ben een volwassen persoon. Ik wist niet hoe ze gingen reageren. Maar zowel Maureen als Juliët reageerde vrij rustig. Ze huilden wel, dat is logisch, maar ze waren niet hysterisch. En misschien op dat moment besef je het ook niet als kind zijnde.”


Zelf weet ik nog heel goed dat papa tijdens de pauze het schoolplein op liep. Ik was 11 toen ik te horen kreeg dat mijn moeder met de ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht. Het was alsof ik het al wist. Het moment dat papa dat tegen mij zei, begon ik te huilen. Ik kon de tranen ook in de ogen van mijn vader zien, ik kon zien dat het hem ook wat deed. Het was heel emotioneel. De grote hoeveelheid verdriet en angst die ik toen voelde, heeft ervoor gezorgd dat ik dat moment nog heel goed voor de geest kan halen.

​

Herinnering

Vergeleken met mij kan Juliët zich het gesprek juist heel slecht herinneren. “Ik weet niet heel veel van het moment dat papa op school kwam om het te vertellen. Het enige wat ik nog weet is dat ik in de gang stond en papa het aan mij en mijn meester vertelde. Ik wist niet wat ik ermee moest. Ik wilde eigenlijk gewoon weer verder met spelen. Het kwam niet echt bij mij binnen.”


Mijn zusje heeft in het ziekenhuis ook geen idee wat ze met mama aan moest. “Ik weet nog dat ik mama geen knuffel durfde te geven toen ik haar voor het eerst zag. Dat vond ik heel eng, want ik was bang om haar pijn te doen. Toen ze weer wat meer kon bewegen, wist ik dat mijn aanraking ook niet zo veel pijn meer zou doen. Toen vond ze het ook fijn om vaker aangeraakt te worden, dus dan doe je het ook wel meer. Dan heb je ook weer het gevoel van mama is er nog en ik kan nog wel wat dingen bij haar doen.”

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

​

 

Angst

Toch was er ook angst. Door een allergische reactie op medicijnen krijgt mijn moeder een epileptische aanval, waar ze vervolgens een maand van moet herstellen. “Ze begon raar te doen, te schudden met haar lichaam”, legt mijn vader uit. “Het was heel eng om haar zo te zien. Toen dacht ik dat ik haar kwijt was. Dit is de laatste keer dat ik haar zie. Dat was heel heftig.”

​

Psycholoog Vera Leseman

"De mentale gesteldheid van de patiënt helpt bij het fysieke herstel, maar dit kan natuurlijk ook andersom. Als iemand fysieke vooruitgang boekt, dan geeft dat hoop. En hoop doet leven. Dus hoop is heel belangrijk. En eigenlijk is het dan de kunst om hoop te houden voor een langere tijd en daarmee doelen stelt, maar aan de andere kant om kan gaan met de realiteit van vandaag, dat het vandaag dus nog niet zo ver is. Als je die twee goed in evenwicht kan houden, kom je een heel eind."

Leseman werkt als psycholoog bij Revalidatiecentrum Wilhelminaoord in Haren.

Geen van ons is in paniek geraakt toen mijn moeder viel. Dit komt doordat mama niet bewusteloos was tijdens en na de val. “Dat ze bij haar gezonde verstand was, vonden we al een hele opluchting”, legt mijn vader uit. “Dan weet je dat het mentale gedeelte nog werkt en dan kan ze ten minste nog met mij communiceren. Als ze niet kon zeggen dat ik van haar af moest blijven, had ik haar bij wijze van spreken op een boomstam gezet, en dan waren we misschien verder van huis."

JHO-20210513-1014.jpg

Paniek voelt mijn vader niet. "Je beseft op dat moment niet hoe heftig het is. Het doet je natuurlijk wel wat, omdat je iemand weg ziet rijden in de ambulance naar het ziekenhuis, iemand die zich niet kan bewegen. Dat doet altijd zeer. Maar ik ging daarna niet piekeren over wat het zou kunnen zijn. Je onderdrukt je emoties en zet jezelf op de automatische piloot.”

Rouwexpert Johan Maes

"Je hebt allerlei mogelijke reacties als je plots iets verliest. De twee grootste reacties zijn intense rouwreacties (paniek, angst, verdriet) en actieve rouwreacties (dingen willen doen, dingen ondernemen). Maar er kan ook een vorm zijn van verdoofdheid; de gevoelens zijn te heftig, dus je gaat in een soort shock."

Maes  (Gent, België) verzorgt lezingen en trainingen in Nederland en Vlaanderen.

Rouwtherapeut Johan Maes

"We noemen het verlies van gezondheid ook wel het levend verlies. Dat levend verlies blijft. Het verlies bij een overlijden is eenmalig, maar bij verlies van gezondheid veranderd het constant. Dus in die zin moet je je er elke dag weer toe verhouden."

Rouwexpert Johan Maes

"Een van de belangrijkste zaken in rouw is de realiteit van het verlies erkennen. Je kan het rationeel wel weten, maar dat moet ook nog emotioneel helemaal doordringen. Het is daarom best logisch dat er in het begin van het proces nog weinig emotie is, omdat het nog niet zo doordringt. Een tweede klap, bijvoorbeeld een epileptische aanval, kan er dan voor zorgen dat je je realiseert dat het toch heel ernstig en levensbedreigend is."

JHO-20210513-0705.jpg

Ook mijn zusje Juliët krijgt die angst mee. “Papa kwam thuis met de mededeling dat mama dood zou gaan. Dat kwam natuurlijk voor ons allemaal wel hard binnen en toen dacht ik zelf ook dat mama niet meer thuis zou komen. Maar ik wilde niet zonder mama. Ik had heel veel verdriet en was toch ook wel bang om haar kwijt te raken."

​

bottom of page